Nieuwe cao uitzendkrachten
Per 1 januari 2026 krijgen uitzendkrachten recht op arbeidsvoorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die van vaste medewerkers bij opdrachtgevers. ABU, NBBU en vakbond LBV bereikten hierover recent een akkoord. De nieuwe cao loopt van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028 en betekent een belangrijke stap richting een eerlijke en toekomstbestendige arbeidsmarkt.
Gelijke behandeling centraal
De nieuwe cao zorgt ervoor dat de totale waarde van de arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten minimaal gelijk is aan die van medewerkers in dienst bij de opdrachtgever. Denk hierbij naast loon, toeslagen, reiskosten etc. aan pensioen, scholing en nog andere voorwaarden die nu nog niet tot de beloningsregeling horen. De voorwaarden hoeven niet gelijk te zijn, maar wél gelijkwaardig in waarde.
Deze afspraak sluit aan bij het SER-advies ‘Toekomst van de Arbeid’ en bereidt de branche voor op de verwachte invoering van de Wet meer zekerheid flexwerkers, begin 2026.
We zetten de belangrijkste veranderingen voor je op een rij:
-
Gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden
Flexkrachten hebben vanaf 1 januari 2026 recht op een totaalpakket aan arbeidsvoorwaarden dat gelijkwaardig is aan dat van medewerkers in dienst van de opdrachtgever. De voorwaarden hoeven niet identiek te zijn, maar moeten in waarde overeenkomen. -
Afschaffing inlenersbeloning
De aparte inlenersbeloning voor flexkrachten verdwijnt daarmee. In plaats daarvan krijgt elke flexkracht dus direct een set arbeidsvoorwaarden die qua waarde gelijk is aan die van medewerkers bij de opdrachtgever. -
Pensioenregeling wordt versterkt
Flexkrachten gaan pensioen opbouwen via een nieuwe, marktconforme regeling. Dit zorgt voor een sterkere pensioenopbouw. Dit resulteert in een hoger premiepercentage in de kostprijs en vraagt om een eigen bijdrage van de flexkracht zelf. -
Arbeidsmigranten
Bestaande afspraken voor arbeidsmigranten blijven ongewijzigd. -
Overgangsregeling
Voor flexkrachten die er tijdelijk op achteruit gaan in hun beloning komt er een overgangsregeling van zes maanden. -
Aanpassingen in flexibiliteit
Na invoering van de ‘Wet meer zekerheid flexwerkers’ wordt:
- Fase B verkort van 3 naar 2 jaar. Overige contractreeksen blijven ongewijzigd.
- De onderbrekingstermijn/tussenpoos tussen twee uitzendovereenkomsten wordt in lijn met de wet verlengd van 6 maanden naar 60 maanden. Voor bestaande uitzendovereenkomsten geldt voor beide wijzigingen het geldende overgangsrecht. Belangrijke afspraken over planning, contractduur en ziekte blijven ongewijzigd.
Zorgvuldige implementatie
De afspraken sluiten aan bij de nieuwe wetgeving die gelijke behandeling verplicht gaat stellen. Paul Haarhuis, CCO Timing: “Deze cao betekent een belangrijke stap richting meer gelijkwaardigheid en duidelijkheid voor flexkrachten. De impact is groot en de implementatie complex. Daarom ondersteunen wij onze opdrachtgevers stap voor stap in dit traject. We analyseren de impact per klant, zorgen voor passende begeleiding en maken onze systemen klaar voor de nieuwe realiteit. Zo zorgen we samen voor een soepele overgang.”
En nu?
Het akkoord moet nog formeel worden goedgekeurd door de leden van ABU, NBBU en LBV. Tot die tijd houden wij je op de hoogte via onze website en nieuwsbrief.
Wil je weten wat dit voor jouw organisatie betekent?
Neem contact op met je vaste contactpersoon of mail naar [email protected].