Belangrijkste punten voor werkgevers uit de kabinetsplannen 2025

Op Prinsjesdag 2024 heeft het kabinet belangrijke plannen aangekondigd voor 2025. Hier zitten veranderingen bij die van invloed kunnen zijn op bedrijfsvoering en personeelsbeleid. Hier vind je de belangrijkste wijzigingen op HR-gebied voor werkgevers.

Image

1. Economische vooruitzichten en koopkracht

De Nederlandse economie groeit in 2025 naar verwachting met 1,5%. Hoewel het begrotingstekort stijgt naar 2,5% van het BBP, blijft dit binnen de EU-afspraken( max 3%). 
Werkenden kunnen rekenen op een koopkrachtstijging van 0,7%, terwijl uitkeringsgerechtigden er met 0,9% iets meer op vooruitgaan. Het aantal mensen dat in armoede leeft, daalt licht.


2. Regeldruk voor bedrijven omlaag

Voor het toekomstig verdienvermogen van Nederland is productiviteitsgroei belangrijk. De regeldruk voor bedrijven moet hiervoor omlaag. Het kabinet onderzoekt het huidige overheidsbeleid, waarbij subsidies, fiscale voordelen en regelingen in het licht van de arbeidsmarktkrapte worden bekeken.

 

3. Arbeidsmarkt en werkzekerheid

Het kabinet introduceert meerdere maatregelen om meer zekerheid te bieden aan werknemers, vooral flexwerkers. Zo worden oproepkrachten en uitzendkrachten beter beschermd met de nieuwe Wet meer zekerheid flexwerkers. Flexibele contracten worden beperkt en er komen strengere regels voor nulurencontracten en uitzendwerk.
De WW-premie voor vaste en flexibele contracten wordt verhoogd per 2026, wat voor werkgevers hogere lasten betekent.

 

4. Handhaving ZZP van start

Om een gelijker speelveld op de arbeidsmarkt te creëren gaat Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 strenger handhaven op zzp-constructies die als verkapte loondienst worden gezien. Er komt duidelijke regelgeving voor de positie van zelfstandigen en een aanpak van schijnzelfstandigheid. Ook wordt een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen ingevoerd. De Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) zal het onderscheid tussen zelfstandige en werknemer reguleren.

 

5. Versterking van arbeidsparticipatie met inclusie

De krapte op de arbeidsmarkt blijft een uitdaging. Het kabinet wil de arbeidsparticipatie verhogen, met speciale aandacht voor ouderen, arbeidsmigranten, en mensen met een beperking. 
De loonkostenvoordelen voor oudere werknemers verdwijnen echter per 2026. Werkgevers kunnen wel langer voordeel halen uit het aannemen van werknemers met een beperking.

 

6. Inzet om meer uren werken

Omdat het kabinet werknemers wilt stimuleren om meer te werken, zullen werknemers die meer gaan werken, in verhouding minder belasting betalen (over de extra gewerkte uren). Vanaf 1 januari 2025 is de AWf-premie (WW-premie) lager voor overwerk. Er geldt wel een maximum: werknemers met een vast contract mogen tot 30% extra uren werken naast hun vaste uren.
Het programma ‘Meer Uren Werkt!’ moet ervoor zorgen dat werkenden meer uren maken, waarbij meer werken ook moet lonen. Om werk en mantelzorg beter te combineren wil het kabinet het recht op flexibel werken promoten. Het verlofstelsel wordt vereenvoudigd: kortdurend en langdurend zorgverlof worden samengevoegd tot mantelzorgverlof.

7. Minimumloon en nieuwe belastingschijf

Er komt voorlopig geen extra verhoging van het minimumloon. De normale indexatie zal wel blijven bestaan. Het kan dus zijn dat het minimumloon met enkele procenten zal stijgen in 2025. 
Om werken meer te laten lonen, verlaagt het kabinet het tarief van de eerste schijf van de inkomstenbelasting en komt er een nieuwe tweede schijf. Om te voorkomen dat meer mensen in armoede terechtkomen, worden de huurtoeslag en het kindgebonden budget aangepast. Werken lonender maken kan ook een positief effect hebben op het arbeidsaanbod, en dat is gezien de krappe arbeidsmarkt en de aanstaande vergrijzing belangrijk voor de economische groei.

 

8. Wetgeving rondom arbeidsmigranten

Het kabinet erkent de rol van arbeidsmigratie en biedt een brede aanpak om statushouders aan het werk te krijgen. Tegelijkertijd wordt kritisch gekeken naar arbeidsmigratie, met als doel te voorkomen dat dit leidt tot onderbetaling of slechte arbeidsomstandigheden. Er komen strengere eisen voor arbeidsmigranten, waaronder aangescherpte salarisvoorwaarden voor kennismigranten en de noodzaak van goede huisvesting. Werkgevers blijven verantwoordelijk voor eventuele maatschappelijke kosten van arbeidsmigranten zonder reguliere huisvesting.

9. Ondersteuning bij ontwikkeling en scholing

Er wordt extra ingezet op leren en ontwikkelen, met subsidieregelingen zoals de SLIM-regeling en STAP-subsidie, om duurzame inzetbaarheid van werknemers te bevorderen. Daarnaast wil het kabinet meer mensen stimuleren om een grotere bijdrage te leveren aan de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld door het programma ‘Meer Uren Werkt!’.
In maatschappelijk cruciale kraptesectoren wordt arbeidsmarktgerichte scholing gestimuleerd. Het kabinet ontwikkelt met sectorale ontwikkelpaden samen met sectoren waarin we ook in de toekomst voldoende mensen nodig blijven hebben (waaronder zorg, kinderopvang, techniek, bouw & energie, groen en onderwijs).

 

10. Concurrentiebeding

De regels rondom het concurrentiebeding worden aangescherpt. Werkgevers moeten een vergoeding bieden als zij gebruik maken van een concurrentiebeding, en het beding kan maximaal één jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst geldig zijn. Ook moeten zij duidelijk maken waarom een concurrentiebeding noodzakelijk is.

 

 

Conclusie

De kabinetsplannen voor 2025 zijn gericht op meer zekerheid en inclusie op de arbeidsmarkt, met bijzondere aandacht voor flexwerkers en arbeidsmigranten. Je zult als werkgever het personeelsbeleid moeten aanpassen aan strengere regels voor flexcontracten en schijnzelfstandigheid. Investeren in scholing en duurzame inzetbaarheid is noodzakelijk om de arbeidsmarktuitdagingen aan te pakken.

De Miljoenennota, de Rijksbegroting, het Belastingplan en andere officiële Prinsjesdagstukken vind je op Rijksoverheid.nl/prinsjesdag. Of klik op de button hieronder.

Image