Interview met Kai Verbij
Kai Verbij (bijna 25), Nederlands snelste schaatser op de korte afstanden
Dit jaar bestaat Timing 25 jaar. In 1994 werd Timing opgericht met de ambitie een serieuze speler in de Nederlandse uitzendbranche te worden. En dat is gelukt! In dit jubileumjaar vieren we ook dat we sinds begin dit jaar de nummer 3 uitzendorganisatie van Nederland zijn. Maar uiteindelijk draait het bij Timing natuurlijk om de opdrachtgevers, de flexkrachten en werknemers. Een mooi moment om dit jaar 25 keer met 25-jarigen in gesprek te gaan. Wat zijn hun dromen en ambities?
Dit keer spreken we met de (bijna) 25-jarige topsporter, Kai Verbij. Kai is professioneel schaatser. In 2017 werd hij wereldkampioen op de sprint en dit jaar won hij op het WK afstanden goud op de 1000 meter. Wat moet je doen en laten om het zo ver te schoppen?
Kun je eerst wat over jezelf vertellen?
“In september word ik 25 jaar. Ik doe aan langebaan schaatsen. Het is nu mijn zesde jaar dat ik dit op professioneel niveau mag en kan doen. Momenteel rijd ik bij Team Reggeborgh. Ik kom van origine uit de buurt van Leiden, maar ik ben speciaal hiervoor al op mijn 16de naar Heerenveen verhuisd.
Een gemiddelde werkdag staat bij mij in het teken van trainen. Dat kan een fietstraining zijn, maar we doen ook aan krachttraining, skeeleren en schaatsen natuurlijk. Dat is vrij divers allemaal. We trainen twee keer op een dag. Meestal zijn het in totaal 11 trainingen per week. Ik ben af en toe maar een hele dag vrij.”
Droomde jij als klein kind er al van om schaatser te worden?
“Ik was nog maar 13 toen ik mijn ogen al had gericht op het schaatsen. Daarvoor deed ik het echt voor mijn plezier, maar toen ik 13 was begon het heel serieus voor mij te worden en besloot ik dat ik professioneel schaatser wilde worden. Mijn middelbare school heb ik afgemaakt en heb dus mijn vwo-diploma binnen. Na deze periode ben ik vol voor het schaatsen gegaan. Dus in zoverre jaag ik mijn droom na. Toch raad ik het niet perse iedereen aan om dit leven te volgen. Het is een hele mooie kans en een eer dat ik dit mag doen. Maar je zit vaak alleen in een hotel, je bent je aan het klaarstomen voor wedstrijden en eigenlijk moet je elke keer weer een soort eindexamen doen. Ik vergelijk topsport altijd een beetje met betaald leren!”
Moet je er veel voor laten om op zo’n hoog niveau te kunnen presteren?
“Dat valt op zich wel mee. Natuurlijk heb ik geen standaard jeugd gehad met regelmatige bezoeken aan de kroeg bijvoorbeeld. Maar dat hebben een heleboel collega’s van mij gemist. Dat zijn niet echt dingen die wij kunnen doen. Het was een bewuste keuze van mij om op mijn 16de naar Heerenveen te verhuizen. Het grootste dat ik hiervoor op moest geven is mijn familie. Die zie je echt minder en dat is soms moeilijk. Ik ben in een sportwereldje terecht gekomen en daar is weinig ruimte voor het echt sociale aspect. Wij leven op schema’s. Je moet dus zelf wel beetje flexibel zijn en de mensen om je heen ook, anders trekken zij dat niet. Zij moet zich namelijk vrijwel altijd aanpassen naar mijn schema’s.”
Hoe kijk jij naar jouw toekomst?
“Deze winter heb WK goud gewonnen. Ik ben Europees Kampioen Sprint en Wereld Kampioen Afstanden. Voor mijn gevoel heb ik alle niet Olympische dingen al kunnen winnen. Ik heb nog ambities voor Olympische Goud of in elk geval een Olympische medaille. Topsport is fysiek veeleisend. Sommigen gaan door tot hun 35ste, anderen stoppen veel eerder. Ik hoop zo lang mogelijk plezier te hebben en als dat plezier er niet meer is…? Ja, dan wordt het tijd om mij op mijn maatschappelijke carrière te gaan richten. Wat ik dan ga doen weet ik nog niet. Daar ben ik nog niet mee bezig. Ik hoop dat het schaatsen deuren voor mij opent en dat ik ergens in kan groeien.”
"Ik vergelijk topsport altijd een beetje met betaald leren"
Je hebt geen vervolgopleiding gedaan, maak je je daar geen zorgen om?
“Jawel, ik denk dat dat voor meer atleten een zorg is. Ik denk dat een groot deel van de atleten die echt presteren geen vervolgopleiding heeft. Persoonlijk ben ik van mening dat ik niet twee dingen tegelijkertijd kan doen. Anders gebeurt het allebei maar half. Voor mij is het het een of het ander. Dat is typerend voor mijn topsportmentaliteit. Daarom heb ik ervoor gekozen mij nu alleen te focussen op het schaatsen. Maar het kan zijn dat ik daar de komende jaren anders over ga denken en er dingen naast wil gaan doen. Een vervolgopleiding is heel belangrijk want het helpt je in de toekomst. Ik hoop dat mijn individuele kracht die mij nu heel erg helpt bij het schaatsen, mij later ook in de praktijk gaat helpen waardoor ik veel kan leren.”
Wat is het beste advies dat jij ooit gekregen heb?
“Dat van mijn collega Stefan Groothuis. Na de Olympische Spelen in 2018 heb ik in een lichte dip gezeten. Ik wist even gewoon niet meer of schaatsen wel mijn ding was. Ik was namelijk geblesseerd geweest vóór de Spelen. Ik was een kanshebber voor een medaille maar ineens waren die kansen weg. Terwijl ik mij vier jaar blind gestaard heb op die Olympische Spelen. Ik heb er verschillende keren met Stefan over gehad. Eigenlijk was het enige dat hij zei dat ik het schaatsen af en toe niet al te serieus moet nemen. Zoek ook af en toe andere leuke dingen op. En sinds hij dat heeft gezegd ben ik mij wel gaan realiseren dat hij daarin gelijk heeft. Voorheen was schaatsen echt mijn leven en nu ben ik meer bereid om ook daarbuiten meer leuke dingen te doen. Ik zit nu beter in mijn vel en ik merk dat daardoor het schaatsen ook beter gaat.”
En wat is jouw advies aan anderen?
“Niet voor iedereen komt een droom uit, maar het is wel goed om altijd te blijven geloven in het feit dat je iets kan. Dat helpt echt. En je niet teveel blind staren op dingen. Als iets even niet gaat, dan gaat het niet. Dat soort momenten heb je altijd. Niet alleen in het schaatsen maar ook gewoon in je werk. Er zijn gewoon dagen dat je niet op de toppen van je kunnen kunt presteren. Morgen is er weer een nieuwe dag. Ik denk dat je met zo’n mentaliteit minder snel je doel uit het oog verliest.”