De drie grootste oorzaken van arbeidsmarktkrapte
De krapte op de arbeidsmarkt is nog steeds aan de orde van dag. De banen liggen voor werknemers voor het oprapen en werkgevers weten van gekte niet hoe ze aan personeel moeten komen. Voor iedere 100 werklozen staan er inmiddels 143 vacatures open. Daarmee is de krapte op de arbeidsmarkt nog groter geworden dan in het eerste kwartaal van dit jaar, blijkt uit cijfers van het CBS. De grote vraag is, hoe komt het dat de arbeidsmarkt zo krap is? We hebben alle feiten en cijfers op een rijtje gezet.
Overzicht huidige arbeidsmarkt
De krapte op de arbeidsmarkt leidt ertoe dat steeds meer bedrijven te maken hebben met een personeelstekort. Eind juni stonden er 467 duizend vacatures open, 16 duizend meer dan aan het einde van het eerste kwartaal. Dit is het achtste kwartaal op rij dat het aantal vacatures toeneemt. In twee jaar tijd is het aantal openstaande vacatures meer dan verdubbeld.
In de handel staan er maar liefst 100 duizend vacatures open. In de zakelijke dienstverlening zijn dat er 75 duizend en in de zorg zijn dit 65 duizend vacatures. Gezamenlijk zijn deze drie bedrijfstakken goed voor de helft van alle openstaande vacatures.
Er is niet één specifieke oorzaak te noemen die zorgt dat bedrijven met een personeelstekort kampen. Dat er in veel sectoren een groot personeelstekort heerst heeft een aantal belangrijke oorzaken. We hebben drie mogelijke oorzaken voor het tekort op een rijtje gezet:
1. Vergrijzing
Een van de grote oorzaken, waar al jarenlang over wordt gerept, is de vergrijzing. Een groot deel van de huidige arbeidsmarkt bereikt op korte termijn de pensioengerechte leeftijd. Momenteel gaan er meer mensen met pensioen, dan er op de arbeidsmarkt bij komen. De beroepsbevolking veroudert in alle sectoren, maar het tempo van vergrijzing verschilt per bedrijfstak. Sectoren die kampen met een hoog tempo van vergrijzing zijn op dit moment onder meer de overheid, onderwijs en transport.
Bron: CBS
2. Deeltijdwerken
Nederland is kampioen in deeltijdwerken. Onder deeltijdwerken valt dat er minder dan 36 uur per week wordt gewerkt. Nederland heeft ten opzichte van andere landen een hoge arbeidsdeelname. Veel mannen én vrouwen werken, maar als we kijken naar het aantal uur dat ze werken, dan valt op dat veel vrouwen parttime werken. Ruim een vijfde van de mannen en bijna driekwart van de vrouwen in Nederland werkt in deeltijd. Nederland telt volgens de ondernemersorganisaties (VNO-NCW, MKB-Nederland en AWVN) 4,5 miljoen mensen die in deeltijd werken. Daarvan zouden er 500 duizend hebben aangeven dat ze per direct meer zouden willen werken, als dat ook meer zou lonen.
Bron: CBS
3. Coronacrisis
De coronacrisis leidde ertoe dat de arbeidsmarkt nog verder werd verstoord. Het zorgt onder andere voor een hoger ziekteverzuim dan voor 2020. Dat resulteerde in extra hoge werkdruk bij andere werknemers met als gevolg burn-outs. Daarnaast zorgde de coronacrisis voor een hoge werkloosheid in bepaalde sectoren (zoals de horeca) waardoor werknemers in andere sectoren aan de slag gingen.
Bron: CBS
Waar mogelijk kansen liggen
We staan voor een flinke uitdaging. Wat kunnen we doen om de krapte op de arbeidsmarkt te verlichten? Dit zijn de mogelijke oplossingen:
- Loonstijging: misschien voor de hand liggend, maar wel reëel. De hoogte van het salaris is voor potentiële werknemers een belangrijke factor om voor een bedrijf te kiezen.
- Bredere inzet personeel: bekijk je huidige personeelsbestand en kijk of er onbenut talent rondloopt. Een productiemedewerker die met zijn technische inzicht mogelijk ook door kan groeien naar operator. Lees hier het artikel over skill-based werken.
- Arbeidsmigranten: lukt het niet om je personeelsbestand te vullen binnen Nederland? Probeer eens over de grens te werven.
- Onderwijs: zorg dat binnen de organisatie daadwerkelijk voldoende ruimte is voor ontwikkeling. Ga actief met werknemers in gesprek over ambitie. Wellicht heb je het toekomstig talent al in huis.
- Minder deeltijders: kijk naar je huidige personeelsbestand en maak het aantrekkelijk om meer uur te gaan werken. Bijvoorbeeld door meer flexibel te zijn in de werktijden en werkplek.
- Onbenut arbeidspotentieel inzetten: haak aan bij instanties als het UWV, er zijn genoeg mensen die wel willen werken maar om wat voor reden dan ook een afstand tot de arbeidsmarkt ervaren. Met wat maatwerk zijn zij prima in staat om aan het werk te gaan.